1971
Arnon Yasha Yves Grünberg wordt geboren in de Dintelstraat te Amsterdam, op nummer 10.
1982
A.Y. Grünberg debuteert als twaalfjarige in het landelijke tijdschrift Vrij Nederland met de tekst Geheim Genootschap Tegen Westenwind (31 juli 1982, p. 26; het omslag vermeldt ‘De crisis & ik’). De auteur reageerde op de aflevering van 5 juni 1982 waarin de oproep werd geplaatst van de redactie van De Blauw Geruite Kiel om zelf je eigen sekte, vereniging of club op te richten. Pablo van Dijk maakte er in 1998 een bibliofiele uitgave van, in slechts 19 exemplaren.
1987
Het door Grunberg geredigeerde (en grotendeels geschreven) schoolblad Really Free and Funny Press wordt verspreid op het Vossius gymnasium in Amsterdam. Deze uitgave wordt genoemd in Blauwe maandagen maar werd lang voor niet bestaand gehouden. De oplage was ca. 200 ex.
1989
Ricardo Liong-A-Kong'sDe Pinksterbode verschijnt en bevat van Grunberg: De jarige terwijl hij voor zijn spiegel staat op p. 23-26. Dit gedicht is - in iets andere vorm - alleen terug te vinden in de tekstbundel De onlust (1990) waarvan één exemplaar bekend is dat wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam.
Er bestaat een affiche van De dupe van Felix (1988) ontworpen door grafisch kunstenaar Winston Delano Citroen. De auteur deponeerde een ringband met de tekst bij het Nederlands Theater Instituut in Amsterdam alwaar het nog steeds in te zien is. Ook van het toneelstuk Gefundenes Fressen (1989) bestaat een poster, deze keer naar design van Ewa Mehl.
1990-1993
Grunberg wordt uitgever. Hij richt Kasimir Uitgeverij (Stichting Wynant Casimir Productions) op. In de actieve periode, tussen voorjaar 1990 en voorjaar 1993 zagen dertien publicaties het licht waaronder twee fondscatalogi. Tien uitgaven werden aangekondigd maar nooit gerealiseerd terwijl drie uitgaven in eigen beheer min of meer als hors série van Kasimir kunnen worden beschouwd (De dupe van Felix, De Onlust en Stilte s.v.p. Justine leest mij).
1994
Grunberg's romandebuut Blauwe maandagen verschijnt in mei en is na een televisieoptreden van de jonge schrijver bij Sonja een groot succes. Vele drukken volgen.
De novelle De advocaat, de leerlooier en de forellen volgt in het najaar van 1994.
1995
De vijfde druk van Boris Vian’s Ik zal spuwen op jullie graf bevat een nawoord van Grunberg maar komt ondanks de vrij forse oplage (2250 ex.) sindsdien opvallend weinig in de handel.
1997
Vanaf Figuranten (april 1997) werden de eerste edities van Grunberg gebonden uitgebracht, iets dat ook eind jaren ‘90 niet gebruikelijk meer was bij Nederlandse uitgevers. De oplagen waren relatief klein en deze gebonden ‘editio princeps’ zijn dan ook zeldzaam en gezocht. Bij de 4e druk van Figuranten hoort een buikband met recensies en de tekst ‘Steeds meer klanten voor Figuranten’. Let ook op de 8e (= 9e) druk van Blauwe maandagen; deze kan een buikbandje naar aanleiding van de Anton Wachter-prijs hebben.
1998
In 1998 verscheen behalve het boekenweekgeschenk De heilige Antonio en de eerste bibliografie van Arnon Grunberg door Jos Wuijts ook het scenario en de film Het 14e kippetje. Er verscheen van deze titel ook een z.g. "persbroekje"; een speciale uitgave voor journalisten, gewikkeld in een slipje van Hennes & Mauritz. De Volkskrant van donderdag 17-9-1998 bevat in het middenstuk op maat geknipte scènes en teksten uit de film waarvan katernen kunnen gevouwen en een boekje geknutseld kan worden.
Het toneelstuk Reformhuis Het Groene Schaap (Uitgeverij Driehoog Achter [=Eigen beheer], 1998) van Marion Hoff, dan bureauredactrice van Nijgh & Van Ditmar, bevat een bijdrage van Grunberg. Hij schreef één van de vijf bedrijven van deze soap, bovendien was de titel gebaseerd op de groene jas die hij droeg tijdens het Boekenbal. De oplage bedroeg 50 exemplaren, exclusief voor familie van de uitgeefster.
1999-2002
Wordt vervolgd.
Bron : Marco van Kampen, Verzamelaars lezen niet (2009-2010).