Janmaat en de Sinjoor varen op het oorlogsschip "Titan". Zonder het zelf te weten, verhinderen ze telkens de duistere plannen van een zekere Rinus. Deze poogde met alle ter zijner beschikking staande middelen, de plannen van den admiraal en professor Snork te stelen. Dit keer schijnt het ernstig te zijn. Janmaat en de Sinjoor, die voor den admiraal een kist moesten gaan halen, worden in het ruim door de handlangers van Rinus, onder het persoonlijk bevel van deze misdadigen kerel, overvallen.
Met deze woorden worden we, op 27 oktober (toen nog october) 1938 in Robbedoes weekblad nummer 1, in het verhaal geworpen. Doordat het weekblad Spirou al enige tijd liep, nam men in het weekblad Robbedoes het lopende verhaal verder op. Het "verhaal" bestond toch eerder uit een losse opeenstapeling van voorvallen (net als Robert Velter's Robbedoes op dat moment), dus leek het toen niet nodig om de eerste stroken ook te publiceren. Zo komt de Nederlandstalige lezer niet te weten waarom zij matrozen zijn, tegen wil en dank.
Die eerste stroken kon de lezer dan lezen in het allereerste echte stripalbum (Jef, Dolfke en Rob was eerder, maar nooit voorgepubliceerd in het weekblad) dat uitgeverij Dupuis uitgaf. Nooit gezien en nadien ook nooit meer vertoond, bevat dit album verhalen van twee afzonderlijke helden. In het album "De avonturen van Janmaat en de Sinjoor en de Baard en de Kale" staat dus buiten het volledige Janmaat en Sinjoor verhaal, ook nog twee verhalen van de Baard en de Kale. Op zich hebben deze verhalen of personages niets met elkaar te maken, buiten de eenvoud in hun tekeningen, de veelvuldige wendingen en het ontbreken van een plot.
Robert Velter tekent op dat moment ook het figuur Robbedoes en nog een gagreeks "Lowieke" voor het weekblad. Maar in realiteit was hij vooral bezig met het weekblad 'Toto' zodat zijn assistent Luc Lafnet voornamelijk de tekeningen zal hebben gemaakt.
Het originele album (op het grote formaat, zoals het weekblad toen was) is ondertussen moeilijk te vinden en erg prijzig. Le Coffre a BD heeft het verhaal in 2012 heruitgegeven.