Vanaf 1948 werden de weekbladen van ’t Kapoentje stelselmatig gebundeld.
In de reeks “Bundelingen ‘t Kapoentje – 1e reeks [Groot album]” zitten de dikke albums die (op de eerste twee albums uit 1948 en 1949 na) chronologisch alle weekbladen bundelen tot in 1958. Na nummer 1 en 2 gaan ze wel direct over naar nr 10. Deze indeling vind je ook terug bij Matla.
In de reeks “Bundelingen ‘t Kapoentje – 2e reeks [Kleine album]” zitten alle kleine albums die vanaf 1950 [N1] eveneens dezelfde weekbladen bundelen als de grote albums. In 1950/1951 gebeurt dit niet volledig, soms met overlappingen en waren de albums ongenummerd. Vanaf 1952 verschijnen de albums per kwartaal en worden ze per jaargang genummerd (1 t/m 4).
Dit systeem blijft eigenlijk doorlopen maar vanaf 1954 begint men (met nog steeds de vermelding “kleine album”) een nieuwe nummering, startend bij album 22 [N2]. Deze nummering blijven ze verder aanhouden (de vermelding “kleine album” op de cover verdwijnt uiteindelijk) en blijft zo doorlopen tot 1973 (album nr 114). Deze op elkaar volgende genummerde albums zitten in “Bundelingen ‘t Kapoentje – 3e reeks”.
[N1] Matla vermeld uit 1948 en 1949 ook twee “kleine albums” die voorlopig niet in onze catalogus gemeld zijn (en ook niet in de catalogus van Bonte stonden).
[N2] Bij Matla staan de albums allemaal onder “2e reeks” maar wordt er geen gewag gemaakt van de 18 albums uit 1950 – 1951.