Warren William Zevon was één van de meest scherpzinnige en wild-satirische liedjesschrijvers uit zijn tijd. Hij was een zanger die de zelfspot niet schuwde en iedere vorm van sentimentaliteit afwees. Hij werd bekend met de liedjes Carmelita, Poor, Poor Pitiful Me, Hasten Down The Wind, Mohammed's Radio, maar vooral met de hit Werewolves of London.
Hij werd geboren als kind van een mormoonse moeder en vader die van joods-Russische komaf was. Doordat zijn vader een beroepsgokker was moest het gezin regelmatig verhuizen.
Zevon leerde in zijn jeugd piano spelen waarbij hij zich toelegde op klassieke muziek van onder meer Stravinsky, van wie hij ook lessen heeft gehad in compositie en arrangement en halverwege de jaren 1960 werd hij sterk beïnvloed door de rock-'n-roll.
Zijn eerste opnames kwamen er als helft van het folk-duo Lyme & Cybelle. Daarna schreef hij liedjes voor "The Turtles" en hij debuteerde in 1969 met de LP Wanted Dead Or Alive. De plaat flopte echter.
Dankzij wat sessiewerk en het maken van reclamejingles kon hij nog net in zijn levensonderhoud voorzien. Vlak voordat de "Everly Brothers" uit elkaar gingen deed hij er nog dienst als pianist, totdat zijn vriend Jackson Browne voor hem een platencontract wist te bemachtigen.
Eerst verscheen in 1976 een titelloze plaat en daarna de bestseller Excitable Boy. Het van dit album afkomstige Werewolves of London werd een grote hit. Op dat nummer vervulden Mick Fleetwood en John McVie een gastrol. In totaal bracht hij in drie decennia zo'n zestien langspelers uit.
Lange tijd was Warren Zevon een zware drinker en leed bovendien aan hypochondrie. Toen hij vernam dat hij aan een ongeneeslijke vorm van asbest gerelateerde longkanker leed werkte hij de laatste maanden van zijn leven aan zijn muzikaal testament: de CD The Wind.