J.J. Cale, geboren als John Weldon Cale, was een Amerikaanse singer-songwriter en gitarist. Hij groeide op in Tulsa, in de staat Oklahoma. Hij was het bekendst door twee songs vertolkt door Eric Clapton, "After Midnight" en "Cocaine". J.J. Cale was de bekendste vertolker van de Tulsa Sound.
Zijn artiestennaam "J.J. Cale" kreeg hij van een nachtclubeigenaar in Los Angeles aangezien er nog een John Cale actief was. Onder aansporing van Leon Russell en andere musici uit Tulsa waagde Cale de sprong naar de muziekscene van L.A. Berooid van geld en illusies keerde hij terug naar Tulsa. Van daaruit zou hij de meeste roem vergaren.
Cale overleed in de avond van 26 juli 2013 op 74-jarige leeftijd aan een hartaanval, in een ziekenhuis in La Jolla in de staat Californië. Hij werd begraven in de Mission San Luis Rey Cemetery in Oceanside.
Zijn handelsmerk was het zogenaamde laid back-zingen. Dit is nét na de tel inzetten. Daarnaast was Cale, door zijn diensttijd bij de luchtmacht, handig met elektronica waardoor hij zijn eigen muziek mee produceerde en zijn opnamen een specifieke sound kregen. Onderdeel hiervan zijn het dubben van de zang en een lome, ingetogen sfeer.