Amfibieën (Amphibia) zijn een klasse van de gewervelde dieren. De klasse bestaat uit drie orden: Caudata of Urodela, (salamanders), de Anura (kikkers en padden) en de Gymnophiona (Wormsalamanders). Er zijn meer dan 7000 soorten beschreven. De meeste hiervan zijn kikkers en padden.
Amfibieën hebben zich waarschijnlijk ontwikkeld uit vissen die voorkwamen in uitdrogende poelen. Als mogelijke voorouders worden de Longvissen en de Coelacanth genoemd. Dit is echter niet zeker. In tegenstelling tot de (meeste) vissen hebben volwassen Amfibieën longen en poten. Ze kunnen ook zuurstof door de huid opnemen. Ze hebben geen schubben, maar een dunne hoornlaag. Door een slijmige uitscheiding wordt uitdroging voorkomen. Door het ontbreken van schubben, veren of haren zijn de meeste Amfibieën gebonden aan een vochtige leefomgeving. Verder zijn de Amfibieën koudbloedig.
Ook de eieren zijn gevoelig voor uitdroging en worden vaak in het water afgezet. De larven hebben een staart, geen poten en bezitten kieuwen. Na een metamorfose verkrijgen ze het uiterlijk van de volwassen dieren.
Op bovenstaande algemeenheden zijn talrijke uitzonderingen.