
Biblia, dat is: de gantsche H. Schrifture, alle de canonijcke boecken (...) - 1641
N.N. - Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments: Nu eerst, door last der hoog. mog heeren Staten Generael ... en volgen het besluyt vande Synode Nationael - Gouda, Pieter Rammazeyn, 1647 - Oude Testament + Nieuwe Testament + Apocriefe boeken - (18) + 292 + (1) + 128 + (12) + 126 + (4) + 66 bladen (x2 = aantal pp.) - leren band op eikenhouten platten met authentiek messing beslag (grote hoekstukken, sluitingen met leren riempjes: rug met forse ribben - 44 x 28 x 12 (!) cm. (GROOT-FOLIO formaat)
conditie: (zeer) goed - nette band met volledige rug (gerepareerde scheur onderin rug; kneep voorzijde kwetsbaar, plat losjes aan touwtjes, één hoekstuk mist); gemiddeld nette, schone en witte pagina's (titelpagina mist, vanaf bijbelboek Job tot Micha lichte inktvlekken, in bijbelboek Jesaja en Jeremia tot hfd. 15 in ondermarge beschadigen (hap, scheuren), zijkant kaarten zonder marge, van één kaart mist marge onderzijde, laatste pag. mist; verder zeer net, fris en wit papier!).
Voorzien van twee grote kaarten met mooie taferelen aan de boven- en onderzijde.
Curieus: de titelpagina van de Apocriefe boeken is niet voorzien van een drukkersvignet (blanco), redenen?
Zeer gezochte editie.
Zeer schaarse druk.
Zeer groot formaat.
Gemiddeld net en schoon papier.
Zeer charmante band met goed sluitende sluitingen.
Collectors-item!
Het verschijnen van de Statenbijbel in 1637 betekende een geluk voor de boekdrukkers. Hoewel het drukprivilege door de Staten voor vijftien jaar exclusief aan de Haagse drukker Van Ravesteyn verleend was, hebben veel drukkersbedrijven een behoorlijke graan meegepikt door “roofrukken” te maken van deze geautoriseerde bijbeltekst. Deze roofdrukken werden oogluikend toegestaan. De vraag naar deze door de overheid geïnitieerde en goedgekeurde bijbelvertaling zal enorm geweest zijn. Te groot voor één enkel drukkersbedrijf. Het was ook een kans voor de Hollandse steden om hun onafhankelijkheid van de Staten te onderstrepen door stedelijke drukprivileges aan zulke nadrukken te verlenen.
Ook in Gouda was er een drukker die een nadruk van de Statenbijbel op de markt gebracht heeft: Petrus Rammazeyn. Onder bescherming van het Goudse stadsbestuur gaf Peter Rammazeyn, samen met zijn zoon Johannes, in 1643 eerst het Nieuwe Testament uit, waarna in 1647-1648 het Oude Testament en de apocriefe boeken volgden. Deze bijbel staat bekend als de “Rammazeynbijbel”.
Met name de Hollandse stadsbesturen probeerden op allerlei manieren hun onafhankelijkheid tegenover het centrale gezag van de Staten-Generaal te bewaren en schroomden niet ondernemingslustige drukkers een stedelijk privilege toe te kennen voor een bijbeluitgave.
Dat in een dergelijke uitgave het silhouet van de stad de titelpagina zou sieren en dat het stadswapen ook voorin werd afgedrukt, droeg zeker bij aan deze bereidwilligheid van naar stedelijke roem hunkerende bestuurders.
Dankzij een privilege van het Goudse stadsbestuur. In het Kamerboek van de Goudse magistraat valt te lezen dat Johannes Rammazeyn op 1 april van dat jaar toestemming kreeg “den grooten Bijbel te mogen laeten drucken met den titel van consent van de Heeren Burgemeesteren ende Regeerders der steden van der Goude”.40 Deze toestemming was niet alleen opmerkelijk omdat het Goudse stadsbestuur de uitgave van een roofdruk van een officieel stempel voorzag, maar ook omdat zij werd verleend aan een drukkersgeslacht dat geen deel uitmaakte van de gereformeerde kerk, maar lid was van de Remonstrantse Broederschap. Van enige bezwaren uit gereformeerde hoek was echter geen sprake.
De Goudse Rammazeynbijbel kwam er dus wel, maar uiteindelijk zou blijken dat met name Johannes zich pijnlijk had vertild aan deze reusachtige en financieel riskante onderneming. Van meet af aan was duidelijk dat hij de dikke folianten niet in zijn eentje kon financieren en
produceren in zijn bedrijf aan de Korte Groenendaal, genaamd “In de nieuwe Druckerye”. Zijn vader Pieter, die in hetzelfde straatje de drukkerij “In ’t verguld A.B.C.” had, nam het Oude Testament voor zijn rekening. Voor de financiering van een en ander moest Johannes geld lenen bij enkele collega-drukkers, bij wie hij reeds in het krijt stond.
Het drukproces van de reusachtige folianten met de Augustijnletter op grote vellen “schoon schrijfpapier” legde een zwaar beslag op de twee drukkerijen en nam bijna anderhalf jaar in beslag. Op 28 december 1648 was de klus geklaard en ontving Johannes 200 gulden als dank voor de “dedicatie” van het boek aan het Goudse stadsbestuur en als compensatie voor de levering van vijf exemplaren.
#MostWantedEmpires
Come fare acquisti su Catawiki
1. Scopri oggetti speciali
2. Fai l’offerta più alta
3. Paga in tutta sicurezza