Ysbrand van Hamelsveld - De gewigtigste geschiedenissen des bijbels, zaaklijk voorgedraagen en opgehelderd - 1806
Nr. 57317949
Ysbrand van Hamelsveld : De gewigtigste geschiedenissen des bijbels, zaaklijk voorgedraagen en opgehelderd door IJsbrand van Hamelsveld. Met twee-honderd-twee-en-vijftig printverbeeldingen en vier kaarten. Amsterdam, bij Willem Holtrop, 1806. 2 delen in 1 band. 2o: (IV)77, (IV)51 p. met al de bladen met de 152 printverbeeldingen. Origineel half leder met ribben en titelschildje. Knepen zeer gering beschadigd. Randen, hoekjes en platten hebben slijtage. Aan binnenkant de collatie in handschrift. Met een paar oude bibliotheekstempels. schutbladen iets ingevouwen. Prenten kaarten schoon. Met de 4 uitvouwbare handingekleurde kaarten waarvan 1 in de vouw gering verkleurd. Redelijk goed bewaard gebleven exempaar.
** IJsbrand van Hamelsveld (Utrecht, 7 februari 1743 - Amsterdam, 19 mei 1812) was een Nederlands theoloog en politicus.
Hij promoveerde te Utrecht in de godgeleerdheid en werd predikant te Durgerdam. Vandaar vertrok hij naar Grootebroek, toen naar Goes. Slechts twee jaar was hij in laatstgenoemde plaats werkzaam, toen enige geschillen hem zijn predikambt deden neerleggen en hij naar Utrecht vertrok. In 1784 werd hij daar als hoogleraar in de godgeleerdheid beroepen. Hij was in 1785 en 1786 rector magnificus aan de Rijksuniversiteit Utrecht. In 1787, bij de komst van de Pruisen, werd hij vanwege zijn patriottische gevoelens ontslagen: hij verliet Utrecht en vestigde zich te Durgerdam, later te Leiden, waar hij, reeds doctor in de theologie, zich op 31 maart 1789 weder als student liet inschrijven, om de voorrechten van de hogeschool te verwerven en zich van de bescherming door haar privileges te verzekeren.
Bij de omwenteling van 1795 bood men hem aldaar het hoogleraarsambt in de theologie aan, maar uit niets blijkt dat hij dit aanbod heeft aangenomen. Kort daarna werd hij gekozen als lid van de Eerste Nationale Vergadering; gedurende twee weken in december 1796 bekleedde hij het voorzitterschap. Bij de staatsgreep van 1798 werd hij met veel medeleden een poos gevangengezet. Uit zijn gevangenis ontslagen, woonde hij te Amsterdam bij zijn zoon, te wiens huize hij overleed op 19 mei 1812.