En Amstelodami, Apud Danielem Elzevierium, 1664.
In 8º [205 x 163 mm]
Folionummering: [8 bladen], 470 pp. [4 bladen], 111 pp. Goede staat, mooi gedecoreerd boek, goede papierkwaliteit, goede printer.
Schone pagina's. Marginale aantekeningen in de vorm van lijnen (zie foto's), en een licht spoor van een oude watervlek op het bovenblad, geaccentueerd in een paar pagina's aan het einde. Enkele lichte vlekjes (foxing).
Originele band in goede staat, vol gemarmerd leer met normale gebruikssporen.
Mooi boek.
Ex libris zegel: Antoine de Mailly, markies van Châteaurenaud (hij was secretaris van Voltaire).
Dit boek is schaars en zeldzaam om te vinden in winkels, voor het laatst geveild in Londen (Sotheby's) in 1973. Het verschijnt niet in Palau of de Collective Catalogue of Spain's Bibliographic Heritage.
Het werk is een commentaar op de Meditaties van Descartes. Het bevat 2 werken:
1e: Johannis Claubergii Physica Quibus Rerum Corporearum Vis & Natura, Mentis Ad Corpus Relatae Proprietates, Denique Corporis Ac Mentis Arcta & Admirabilis in Homine Conjunctio Explicantur.
2e: Iohannis Claubergii metaphysica de ente, quae rectiùs intosophia: aliarum disciplinarum, ipsius quoque jurisprudentiae & literarum studiosis accomodata.
Clauberg was een van de eerste leraren van de nieuwe doctrines in Duitsland en een exacte en methodische commentator op de geschriften van zijn meesters. Zijn theorie van de verbinding tussen de ziel en het lichaam is in sommige opzichten analoog aan die van Malebranche; maar hij moet daarom niet worden beschouwd als een echte voorloper van het Occasionalisme, aangezien hij Occasion gebruikt voor de prikkel die direct een mentaal fenomeen teweegbrengt, zonder de tussenkomst van God te postuleren. Zijn kijk op de relatie van God tot zijn schepselen wordt beschouwd als een voorafschaduwing van het pantheïsme van Spinoza. Alle schepselen bestaan alleen door de voortdurende creatieve energie van het Goddelijke Wezen, en zijn niet onafhankelijker van zijn wil dan onze gedachten onafhankelijk zijn van ons. Of liever minder, want er zijn gedachten die zich aan ons opdringen, of we willen of niet. Voor de metafysica suggereerde Clauberg de namen ontosofie of ontologie, die later door Wolff werd overgenomen. Clauberg besteedde ook veel aandacht aan Duitse talen, en zijn onderzoek op dit gebied trok de gunstige aandacht van Leibnitz.