Jacob Cats - Self-Stryd. Dat Is Crachtighe beweginge van Vleesch ende Geest. Poëtischer wijse verthoont in den persoon ende uytte gheleghentheyt van Joseph, ten tijde hy van Potiphars huys-vrouwe werd versocht tot over-spel. Tweede Druck. Op een nieuw verciert met Copere Platen; over-sien, verbetert, ende vermaedert, by den Auteur, met by-vouginghe van de aff-beeldinghe des Velt-teyckens eenes Christelicken Ionghelincx, alle eerbare Ionghelingen toe-ghe-eyghent. Mitsgaders Schriftmatighe beschrijvinghe van de heymenis ende eyghenschap des Christelicken Self-strijts, met corte verclaringhe op de selve.

Tot Middelburgh,: Gedruckt by Hans vander Hellen, voor Ian Pietersz vande Venne, woonende op den houck van de Nieuwe Beurse in de Schildery-winckel, Anno 1621. Met Privilegie voor vier Iaer. De Auteur en kent geen Exemplaren voor de sijne, dan die gedruckt zijn by Hans vander Hellen.

[WAARBIJ GEVOEGD]

Jacob Cats -Tooneel van de mannelijke achtbaerheyt, aen-gewesen in de voor-sprake, teghen-sprake ende uyt-sprake gedaen over de weygberinghe van de koninginne Vasthi (...)

Tot Middelburgh,: Gedruckt by Hans vander Hellen, voor Ian Pietersz vande Venne, woonende op den houck van de Nieuwe Beurse in de Schildery-winckel, Anno 1622

- tweede druk - 3 delen in 1 band - (36) + 119 / (16) + 60 / 19 pp. - authentiek perkament - 24 x 19 cm (KWARTO-formaat)

Conditie: fraai / uitstekend - zeer nette originele band; zeer nette, schone en witte pagina's (tot pag. 10 en laatste 20 pag. (zeer) lichte vochtvlek, 8 pag. met onderin marge klein hersteld scheurtje, verder zeer net en wit papier).

Fraai en zeldzaam convoluut.
Heerlijk glad en schoon perkament.
Voorzien van prachtige kopergravures.
Zeer vroege druk van deze klassieker!

Een kostbaar werk.
Collectors-item!


J. Bos en J.A. Gruys (1996); D. ten Berge (1979).

Drie van de vijf afbeeldingen zijn gesigneerd naar ontwerp van A. van Venne. De eerste vier zijn gesigneerd door hun graveurs - F. Schillemans, 'TO'?, 'PS' en [onleesbaar]. Het vignet op de titelpagina en andere versieringen zijn niet gesigneerd.

De tekst heeft de vorm van een versdialoog tussen Jozef en de vrouw van Potifar, ontleend aan het verhaal in het bijbelboek Genesis.