Jacques Callot ( 1592-1635), after Orazio Gentileschi (1563-1639) - Conversion of St Paul, with Christ descending from Heaven. Provenance L.6093 & L.4713

Goede afdruk op geschept papier.

Serie: Delineaties van het altaar schilderkunst in de kerken van Sint Petrus en Sint Paulus in Rome
Serie: Tableaux de Rome
Series: Les Eglises jubilaires

Bekering van de heilige Paulus, met Christus die uit de hemel daalt. 1607/11
Gravure

Bibliografische referenties
Meaume 1860 / Onderzoek naar het leven en de werken van Jacques Callot (185.I)
Lieure 1927 / Jacques Callot (34.I)

British Museum

Met verzamelaarssymbool L.4713 op de achterzijde, in rode inkt. ‘Dr. R’ in een rood vierkant.

ALFRED ROSSIER (Vevey 1879-1958), arts, Vevey. Oude prenten.

Zoon van de verzamelaar Henri Rossier (1835-1928) uit Vevey (zie L.1357). Na het overlijden van hun vader werd de collectie verdeeld onder zijn drie zonen en zijn dochter. Alfred Rossier erfde toen de prenten van Albrecht Dürer, Jacques Callot en Pierre Drevet. De oudste zoon, Benjamin Rossier (1865-1948), kreeg de prenten van Pieter van Schuppen en Antoine Masson; Albert Rossier (1876-1955) kreeg de etsen van Stefano della Bella, bladen uit de Iconographie van Van Dijck, en lithografieën van Géricault (zie L.168b); en tenslotte haar dochter, Élisabeth Koechlin, de portretten van Robert Nanteuil en Jean Morin (zie L.2220a).

Herkomst: gekocht uit de collectie van SAMUEL JOSEFOWITZ (L.6093) bij Roseberys London december 2025.

Geboren in een Joodse middenklassefamilie in het Litouwse dorpje Anykščiai, en later staatsburger van Zwitserland, bracht Samuel (Sam) Josefowitz het grootste deel van zijn leven door tussen Zwitserland, de Verenigde Staten en Engeland. Toen de oorlog eind jaren 1930 Europa bedreigde, werd hij naar de Verenigde Staten gestuurd om zijn studie af te ronden en behaalde hij een diploma industrieel ingenieur aan het Rensselear Polytechnic Institute in Troy, New York, en een licentie van 'masters of science in chemical engineering' aan het Brooklyn Polytechnic Institute, onderdeel van de Universiteit van New York. Aan het begin van zijn carrière werkte Josefowitz als chemisch ingenieur voordat hij zich aansloot bij het chemische bedrijf van zijn vader, Zachar (1884-1949), op Long Island, dat hij tot 1956 leidde. In 1946 richtte hij samen met zijn broer David (1918-2015) een platenlabel voor klassieke muziek op, de Concert Hall Society, bekend in Frankrijk als de Guilde Internationale du disque. In 1961 richtten de twee broers vervolgens een uitgeverij voor boeken en andere publicaties op, onder andere voor het Cercle du Bibliophile in Frankrijk en Heron Books in het Verenigd Koninkrijk. In een portret dat in 1969 in de New York Times verscheen, schatte Josefowitz dat de clubs toen al tussen de 12 en 14 miljoen boeken per jaar verkochten. In 1980 trok hij zich terug uit het bedrijfsleven om zich volledig aan de kunsten te wijden.

Conditie is goed. Enkele vosjes.