"Ecce Homo" een werk toegeschreven aan Murillo in de veiling
Van 16 tot en met 25 maart kan je meebieden op dit fantastische werk
Ga naar de veiling
“Ecce Homo”. 1665-1670
Toegeschreven aan Bartolomé Esteban Murillo en zijn atelier. Olieverf op doek. 98 cm x 73 cm. Het kunstwerk heeft een exportlicentie voor verkoop binnen de EU.
Het kunstwerk

Deze 'Ecce Homo', door professor Enrique Valdivieso toegeschreven aan Bartolomé Esteban Murillo en zijn atelier, is een prachtig voorbeeld van de techniek en stijl van de Sevilliaanse meester. Dit schilderij heeft Murillo tijdens zijn latere periode gemaakt. Het toont zijn vakmanschap in het vastleggen van de delicate spieren van het torso met een penseelstreek. Met behulp van kleur en licht creëert hij subtiele contrasten die van de geschilderde Jezus Christus bijna een mens van vlees en bloed maken. Met dit contrast slaagt de kunstenaar erin om de verschillende texturen op meesterlijke wijze te vangen, van de zachtheid van de huid tot de ruwheid van de draden om de polsen tot de hardheid van de doornenkroon.

Murillo is in staat om dat moment van diepe introspectie en emotie in het gezicht van Christus op het doek te vangen. De schilder toont precies het moment waarop hij, met zijn blik naar beneden, heeft aanvaard wat uiteindelijk zijn bestemming zal zijn.

De Sevilliaanse meester creëerde een iconische figuur, geïnspireerd op de Ecce Homo van Titiaan, die Murillo kende uit het Prado. Het werk was ongetwijfeld een groot succes vanaf het moment dat het werd getoond aan de Sevilliaanse klantenkring. Murillo gebruikt de iconografische elementen die typerend zijn voor het afbeelden van de Ecce Homo, zoals de doornenkroon, de rode tuniek (de spotmantel) en de stok die in de handen van Jezus als scepter is geplaatst. Tegelijkertijd geeft hij zijn eigen interpretatie op het thema; hij humaniseert het schilderij door er een object van diepe toewijding van te maken, die tot vandaag de dag effect heeft. Het kunstwerk heeft een exportlicentie voor verkoop binnen de EU.
Herkomst
Het werk behoorde tot 1940 aan het Hertogdom van Sevilla. Tijdens de Spaanse burgeroorlog werd het schilderij in beslag genomen en bewaard in Museo del Prado in Madrid. Na de oorlog, op 28 augustus 1940, gaf de Algemene Commissie van de Defensie van het Nationaal Artistiek Erfgoed het kunstwerk terug aan de eigenaar, de hertog-gemalin van Sevilla, Francisco de Paula de Borbón y La Torre. Hij was de neef van koning Alfonso XIII, die toen in ballingschap was. Momenteel bevindt het schilderij zich in een privécollectie in Madrid.

Het werk wordt aangeboden met technische rapporten en certificaten die de authenticiteit ervan garanderen. Er werd onder meer een studie gedaan met micro-monsters van pigmenten en het canvas van het werk. Daarnaast werd een een analyse gemaakt door middel van röntgen- en digitale fotografie met behulp van infrarood- en ultraviolet licht die het creatieproces en de uitgevoerde restauraties laten zien. Er zijn ook documenten over de inbeslagname en terugkeer van het werk uit het Archief, afkomstig van het Instituut voor Cultureel Erfgoed van Spanje (IPCE) en een certificaat van expertise van de hand van professor Enrique Valdivieso.