Catawiki is voortdurend bezig om haar technologie te verbeteren. Je gebruikt momenteel een verouderde browser. Update je browser om je gebruikservaring te optimaliseren.
Je kunt je cookievoorkeuren instellen met de onderstaande schakelaars. Je kunt je voorkeuren bijwerken, je toestemming op elk moment intrekken en een gedetailleerde beschrijving bekijken van de soorten cookies die wij en onze partners gebruiken in ons Cookiebeleid.
Door Tom Flanagan | 6 mei 2022
In 1934 gebeurde er in Washington D.C. iets ongewoons. Een schilderij getiteld The Fleet's In! van Paul Cadmus werd zonder pardon verwijderd uit The Corcoran Gallery of Art. De verwijdering gebeurde op last van de Amerikaanse marine, toen de gepensioneerde admiraal Hugh Rodman een voorvertoning van de tentoonstelling zag en - verontwaardigd over de inhoud van het schilderij - woedend een open brief schreef aan verschillende kranten waarin hij het kunstwerk en de afbeelding van marineofficieren veroordeelde. Hij beschreef het als "een zeer schandelijke, smerige, beruchte, dronken vechtpartij" van matrozen die zich vermengden met arbeiders van de rosse buurt. Ondanks al zijn gebrul en woede, had hij geen ongelijk.
The Fleet’s In! was een vrij nauwkeurige weergave van wat Cadmus beschreef als scènes die hij tijdens zijn jeugd zag in New York, toen militairen de openbare ruimtes en waterkanten bezochten en afliepen voor seks, vaak met andere mannen. In het kunstwerk van Padmus waren het vrouwelijke sekswerkers die werden afgebeeld. De verontwaardiging over dit schilderij, hoewel voornamelijk vanwege de weergave van dronkenschap en seks, had ook te maken met de impliciete homoseksualiteit die Cadmus - die zich als homoman identificeerde - in de figuren verwerkte. De nauwsluitende kleding, de aanwezigheid van een homoseksuele man (vanwege zijn rode das, een beruchte queer-code in het New York van begin 20e eeuw die in dit geval waarschijnlijk niet goed ging) en de mannen met hun armen om elkaar heen waren waarschijnlijk te veel voor de conservatieve admiraals. De verontwaardiging en media-aandacht was zo groot dat het precies het tegenovergestelde deed van wat Rodman wilde; het bracht het schilderij in de publieke belangstelling, evenals de vroege carrière van Cadmus..
The Fleet's In! van Paul Cadmus (1934)
Het werk van Cadmus was een vroeg voorbeeld van de onderwerpen die de samenleving als taboe beschouwde en het belang van kunst om deze te communiceren. Verre van het glinsterende propaganda-isme van de normale zeekunst, was dit een vunziger, onsmakelijker, maar uiteindelijk meer reële illustratie van het overgrote deel van de mensen. Terwijl de regering probeerde het schilderij tegen te houden en Cadmus' carrière spaak liep doordat zijn homoseksualiteit bekend werd, rehabiliteerden kunsthistorici en queer-groeperingen later zijn oeuvre, dat nu wordt beschouwd als een belangrijk stuk in de queer-kunst. In de jaren dertig, toen homoseksualiteit nog niet werd besproken, laat staan goedgekeurd, gaf kunst als deze mensen in een minderheid een middel van expressie en zichtbaarheid.
Hoewel de moderne perceptie van homoseksualiteit sindsdien is verschoven, zou kunst als deze ooit als taboe zijn beschouwd. Het is een van de vele voorbeelden die de rol van kunst onderstreept als een manier om kijkers en de samenleving te confronteren met hun eigen vooroordelen, legt Cyrille Coiffet, General Manager Art & Antiques uit.
"Kunst is er om de wereld door een andere lens te laten zien", zegt Cyrille. "En dit proces is analoog aan deze lens die voortdurend opnieuw scherpstelt, de grenzen verlegt van wat taboe is en wat binnen het domein valt van wat de samenleving gemakkelijk kan bespreken".
In een wereld waar overal een mening over is, kan alles taboe zijn. Historisch gezien zijn onderwerpen rond seks, anders geaard zijn, verslaving en vrouwelijkheid slechts enkele van de onderwerpen die als taboe, verkeerd of beledigend zijn bestempeld. Kunst, en fotografie in het bijzonder, is meer gecensureerd dan andere vormen; zowel vanwege zijn meedogenloosheid bij het uitbeelden van onderwerpen die als taboe worden beschouwd als zijn kracht om die naar de massa te vertalen.
"Het is erg moeilijk om een duidelijke definitie van 'taboe'-fotografie te geven, laat staan om de term 'taboe' in te kaderen, omdat het erg afhangt van de culturele en sociale context waarin het wordt gepresenteerd", legt Cyrille uit. “Een seksueel geladen naakt kan in de ene context schokkend zijn, terwijl ze in een andere volledig wordt geaccepteerd. Bovendien zijn dit soort onderwerpen niet nieuw, omdat ze in de hele kunstgeschiedenis hebben bestaan; denk maar aan alle erotische naaktschilderijen van de 17e eeuw tot de 19e eeuw bijvoorbeeld”.
Taboe-fotografie snijdt aantoonbaar dichterbij dan traditionele kunstvormen omdat het iets documenteert dat dichter bij onze huidige samenleving staat. Een naaktsculptuur versus een gefotografeerde naakte persoon heeft een ander effect. Een schets van een veldslag op een oude Griekse krater heeft minder trauma dan een lijdende persoon die wordt gefotografeerd. Met klassieke kunst kunnen we controversiële afbeeldingen romantiseren en alles wat 'taboe' is, laten doorgaan voor daden uit vervlogen tijden, en op hun beurt fantasie. Bij fotografie is er weinig ruimte voor illusie, legt Cyrille uit.
“In de fotografie kijk je door een lens naar de rauwe werkelijkheid. Fotografie is vanwege haar intieme contact met de werkelijkheid het perfecte medium om de wateren op een zeer pragmatische manier te testen”.
Als fotografie de werkelijkheid kan weergeven, dan presenteert taboefotografie de moeilijkste. Weinig kunstenaars doen dit zo goed als de Franse fotograaf Antoine D'Agata, die een reputatie heeft opgebouwd met het omgaan met duistere onderwerpen zoals geweld, prostitutie, obsessie en verslaving.
'Puerto San Jose, Guatemala' van Antoine d'Agata (1993)
“Antoine d'Agata is een getuige”, zegt Sophie Clauwaert, Expert in Moderne Kunst. “Hij portretteert niet alleen lijden, hij heeft het ook belichaamd en is echt bevriend geraakt met degenen die pijn hadden – de verschoppelingen, de buitenbeentjes, de verslaafden. Door verder te kijken dan het puur documentaire, kunnen beelden die een dagboek of inventaris vormen, de uitvinder in staat stellen zich los te maken van de beperkingen die ten grondslag liggen aan de transcriptie van de objectieve realiteit. Antoine d'Agata's zorg is om de fotografische handeling terug te brengen tot de noodzaak om gewone of extreme ervaringen te vertellen".
d'Agata staat bekend om zijn reizen naar conflictgebieden en documenteert niet alleen het bloedbad, maar ook de manier waarop geweld het menselijk lichaam vormt. In in een interview zegt hij: "Ik documenteer het geweld van de wereld op veel verschillende manieren ... het is een deel van mij en ik ben er deel van ... voor [de mensen die conflicten ervaren] is elke dag een strijd, een oorlog. Ondanks de kwelling vecht elk van hen nog steeds tot het einde".
Zijn werk is ook een bewijs van wat hij, net als vele anderen, heeft doorgemaakt. Het is deze waarheid en kwetsbaarheid die zich zo levendig vertaalt in zijn werk en zijn werk zowel populair als belangrijk heeft gemaakt, zegt Cyrille. “Antoine d'Agata kan worden beschouwd als de originele punk. Antoine d'Agata, autodidact in de kunst van fotografie, met een uiterst bescheiden achtergrond, moest zijn weg in het leven vinden en begon te experimenteren met seks, obsessie en duisternis, zelfs voordat hij kunstenaar werd. Toen hij eenmaal zijn eigen stijl begon te definiëren, kon hij alleen maar getuigen van wat hij had meegemaakt, als mens, als getuige, als iemand voor wie men een groot inlevingsvermogen heeft”.
Een van de centrale vragen waarmee kunstenaars worden geconfronteerd, is: wat is eigenlijk taboe en moet kunst daar een antwoord op geven? Kan iets als verboden terrein worden beschouwd? Als kunst ons, net als fotografie, onderwerpen laat zien waar we ons ongemakkelijk bij voelen, dan hoeft dat nog niet slecht te zijn. In feite wordt het een van de meer ongefilterde glimpen van de menselijke conditie; iets waarvan Sophie zegt dat d'Agata dat bijzonder goed doet.
“Voor een buitenstaander lijkt zijn werk misschien ‘taboe’ of op zijn minst controversieel. Maar waar Antoine d'Agata wel in slaagt, is om in al zijn onderwerpen een gevoel van rauwe realiteit te brengen, om te begrijpen wat er gebeurt. Er is een duidelijke betrokkenheid waarbij hij tijd heeft besteed aan het winnen van voldoende vertrouwen om momenten vast te leggen die de meesten van ons nooit hebben meegemaakt. Maar nadat je ze hebt gezien, kruipt de wanhoop en agressie ervan onder je huid”.
Kunst die geclassificeerd is als taboe is niets meer dan een afgekeurde waarheid. Het daagt kijkers uit omdat het hen realiteiten presenteert die ze niet willen zien of die ze in zichzelf herkennen. d'Agata zei ooit: "de problemen in alle fotografie zijn hetzelfde: hoe jezelf te zijn, hoe je jezelf uit te drukken, hoe je eigen angsten onder ogen te zien". Misschien gold dit ook voor de admiraal die het schilderij van Cadmus wilde verbieden; hij herkende een onverbloemde waarheid waarvan hij probeerde weg te kijken.
Taboo art documenteert onze engelen en demonen, liefde en angst, wat wordt gepresenteerd en wat verborgen is. Als we er iets van meenemen, is het dat we in deze donkere hoeken van onszelf de waarheid zullen vinden; en dat er altijd iemand anders is die het moet zien.
____________________
Ben je geïnteresseerd in fotografievan wereldklasse? Neem dan eens een kijkje bij onze laatste veilingen of registreer je als verkoper op Catawiki.
Ontdek meer fotografie | moderne & hedendaagse kunst
Deze artikelen vind je misschien ook interessant:
Malick Sidibé: het leven vastleggen door een lens
De universele aantrekkingskracht van Yayoi Kusama