Nr. 83958687

Eladva
Suffridus Petrus - De Frisiorum Antiquitate et Origine Libri Tres. In quibus non modo ejus gentis propriae, ... - 1698
Végső licit
€ 95
5 nappal ezelőtt

Suffridus Petrus - De Frisiorum Antiquitate et Origine Libri Tres. In quibus non modo ejus gentis propriae, ... - 1698

Suffridus Petrus : De Frisiorum Antiquitate et Origine Libri Tres. In quibus non modo ejus gentis propriae, fed & communes Germaniae totius Antiquitates multae, hactenus incognitae, produntur; & obscuri veterum scriptorum loci plurimi illustrantur. Franequeræ, Typis et impensis Jacobi Horre, 1698. 12o: (60)574 p. Origineel blindbestempeld perkamenten band. Op de rug een plakker met nummer. Binding en papier goed. Mooi en goed exemplaar. ** PETRI of PETRUS (Suffridus), geb. te Leeuwarden 15 Juni 1527, gest. te Keulen 23 Januari 1597. Hij vertrok in 1547 naar de academie te Leuven, waar hij vooral de klassieke oudheid bestudeerde. In 1553 keerde hij naar Leeuwarden terug ter wille van huiselijke omstandigheden. Maar in 1556 was hij weer in Leuven, waar hij als privaat-docent voorlezingen hield over grieksche en latijnsche schrijvers. Op aanbeveling der leuvensche professoren werd hij in 1557 benoemd tot hoogleeraar in de klassieke talen aan de hoogeschool te Erfurt. In 1559 bedankte hij voor een uitnoodiging van den raad van Groningen om Praedinius als rector der St. Maartensschool op te volgen. In 1562 werd hij op aanbeveling van Hopperus benoemd tot secretaris en bibliothecaris van kardinaal Granvelle, welk ambt hij aanvaardde. Toen Philips II hem evenwel een leerstoel aan de in 1562 opgerichte academie te Douai aanbood, bedankte hij voor die onderscheiding. In 1564 bood de groningsche raad hem een lectoraat in het romeinsche recht aan; hij was wel geneigd de uitnoodiging aan te nemen, die door den koning, Viglius en Hopperus werd gesteund; maar ten slotte kwam niets van de zaak. Suffridus vestigde zich nu weer te Leuven, waar hij tot 1567 bleef. Toen begaf hij zich weer naar Friesland, waar hij tot 1570 bleef. Het schijnt, dat hij daarna tot 1577 weer te Leuven heeft gewoond. In dat jaar werd hem het buitengewoon hoogleeraarsambt aan de Apostelschool te Keulen aangeboden. Misschien om de verwarde toestanden in de Nederlanden te ontgaan, heeft hij die benoeming aangenomen. Tot zijn dood bleef hij te Keulen; daar is hij ook gestorven; hij ligt begraven in de Apostelkerk, waar in 1611 een monument voor hem is opgericht. Suffridus Petri was een der beroemdste geleerden van zijn tijd. Hij heeft zeer veel geschreven en uitgegeven; hij liet bovendien een zeer groot materiaal in handschrift na. Redevoeringen over philosophische en philologische onderwerpen, klassieke tekstuitgaven, juridische verhandelingen heeft hij uitgegeven. Het meest bekend, ook om de bestrijding door Emmius, is zijn historiewerk gebleven, waarnede hij zich vooral in latere levensjaren heeft bezig gehouden. Gedurende zijn verblijf te Brussel besloot hij de geschiedenis van zijn vaderland te beschrijven; sedert begon hij de stof daarvoor te verzamelen; zijn verblijf in Friesland van 1567 tot 1570 staat daarmede waarschijnlijk ook wel in verband. In Leuven en Keulen is hij met zijn arbeid voortgegaan. In de voorrede van zijn boek, dat aan de Staten van Friesland is opgedragen, zet hij het plan uiteen. In de twaalf eerste boeken wilde hij de gesteldheid van Friesland beschrijven, ligging, bodem enz., dan de bewoners in karakter, zeden en gewoonten. Dan zouden zestien boeken volgen over godsdienst, bestuur, publiek en privaat recht. Daarna zouden komen de eigenlijke Annales Frisiae, die in 24 boeken de geschiedenis van Friesland zouden beschrijven van de vroegste tijden tot het einde der zestiende eeuw. Het slot zou worden gevormd door de beschrijving van de daden en verdiensten van bijzondere personen in negen boeken. Van dat groote plan is niet veel terecht gekomen. Suffridus gaf voorloopig alleen het zeventiende boek, maar verdeelde dat weer in drie boeken. Zoo ontstond De Frisiorum antiquitate et origine libri tres (Keulen, 1590, 8o.; 2e dr. Franeker 1698, 12o.). Het boek behandelt de oudste geschiedenis van Friesland. Het werd in Friesland zeer bewonderd en geprezen; bij besluit van 28 October 1590 benoemden de Staten van Friesland Suffridus tot 's lands historieschrijver op een jaarwedde van 300 Car. guldens en nog evenveel ineens. Hij ging op den ingeslagen weg voort en gaf spoedig nog een ander gedeelte van zijn groot werk uit: De scriptoribus Frisiae decades XVI et semis (Keulen 1593, 8o.; 2e dr. Franeker 1699, 12o.). In dat boek beschrijft hij de levens van 165 schrijvers en geeft de titels van hun werken op; wat het laatste gedeelte betreft, is het zeer belangrijk. Reeds spoedig daarna had Suffridus zich te verdedigen tegen een heftigen aanval van Ubbo Emmius, die in 1596 zijn eerste decade der friesche geschiedenis uitgaf en daarin alle mededeelingen van Suffridus over het oude Friesland voor fabelachtigen onzin verklaarde. Zijn wetenschappelijk karakter werd daardoor dermate aangetast, dat hij zich met kracht heeft moeten verdedigen. Zijn verdediging werd eerst na zijn dood uitgegeven als Suffridi Petri Apologia pro antiquitate et origine Frisiorum, cum B.G. Furmerii peroratione contra Ubbonem Emmium (Franeker 1599, 12o.). Toen Emmius zich verweerde, schreef Furmerius zijn Hyperaspistes apologiae Suffridi Petri de origine et antiquitatibus Frisiorum ad Ubbonem Emmium (Leeuwarden 1604, 8o.). Intusschen was de strijd voor Suffridus en zijn aanhangers reeds verloren. Ook het voortgezette onderzoek heeft Emmius gelijk gegeven. Niettemin moet worden erkend, dat Suffridus een man was van groote geleerdheid en ook niet zonder critiek en methode; alleen aanvaardde hij lichtgeloovig wat hij als friesche traditie bij oudere auteurs vond. Zie: Goethals, Lectures II, 162 vlg.; Konst en Letterbode 1842, II, 290 vlg.; Vrije Fries I, 76, 78; II, 413 vlg.; Alg. Lett. Maandschr. 1847 II, 309 vlg.; de Wind, Bibl. der Ned. gesch. 8, 225 vlg., 247, 300; Bolhuis van Zeeburgh, Kritiek der Friesche geschiedschrijving, 178 vlg. Brugmans.

Nr. 83958687

Eladva
Suffridus Petrus - De Frisiorum Antiquitate et Origine Libri Tres. In quibus non modo ejus gentis propriae, ... - 1698

Suffridus Petrus - De Frisiorum Antiquitate et Origine Libri Tres. In quibus non modo ejus gentis propriae, ... - 1698

Suffridus Petrus : De Frisiorum Antiquitate et Origine Libri Tres. In quibus non modo ejus gentis propriae, fed & communes Germaniae totius Antiquitates multae, hactenus incognitae, produntur; & obscuri veterum scriptorum loci plurimi illustrantur. Franequeræ, Typis et impensis Jacobi Horre, 1698. 12o: (60)574 p. Origineel blindbestempeld perkamenten band. Op de rug een plakker met nummer. Binding en papier goed. Mooi en goed exemplaar.

** PETRI of PETRUS (Suffridus), geb. te Leeuwarden 15 Juni 1527, gest. te Keulen 23 Januari 1597. Hij vertrok in 1547 naar de academie te Leuven, waar hij vooral de klassieke oudheid bestudeerde. In 1553 keerde hij naar Leeuwarden terug ter wille van huiselijke omstandigheden. Maar in 1556 was hij weer in Leuven, waar hij als privaat-docent voorlezingen hield over grieksche en latijnsche schrijvers. Op aanbeveling der leuvensche professoren werd hij in 1557 benoemd tot hoogleeraar in de klassieke talen aan de hoogeschool te Erfurt. In 1559 bedankte hij voor een uitnoodiging van den raad van Groningen om Praedinius als rector der St. Maartensschool op te volgen. In 1562 werd hij op aanbeveling van Hopperus benoemd tot secretaris en bibliothecaris van kardinaal Granvelle, welk ambt hij aanvaardde. Toen Philips II hem evenwel een leerstoel aan de in 1562 opgerichte academie te Douai aanbood, bedankte hij voor die onderscheiding. In 1564 bood de groningsche raad hem een lectoraat in het romeinsche recht aan; hij was wel geneigd de uitnoodiging aan te nemen, die door den koning, Viglius en Hopperus werd gesteund; maar ten slotte kwam niets van de zaak. Suffridus vestigde zich nu weer te Leuven, waar hij tot 1567 bleef. Toen begaf hij zich weer naar Friesland, waar hij tot 1570 bleef. Het schijnt, dat hij daarna tot 1577 weer te Leuven heeft gewoond. In dat jaar werd hem het buitengewoon hoogleeraarsambt aan de Apostelschool te Keulen aangeboden. Misschien om de verwarde toestanden in de Nederlanden te ontgaan, heeft hij die benoeming aangenomen. Tot zijn dood bleef hij te Keulen; daar is hij ook gestorven; hij ligt begraven in de Apostelkerk, waar in 1611 een monument voor hem is opgericht.
Suffridus Petri was een der beroemdste geleerden van zijn tijd. Hij heeft zeer veel geschreven en uitgegeven; hij liet bovendien een zeer groot materiaal in handschrift na. Redevoeringen over philosophische en philologische onderwerpen, klassieke tekstuitgaven, juridische verhandelingen heeft hij uitgegeven. Het meest bekend, ook om de bestrijding door Emmius, is zijn historiewerk gebleven, waarnede hij zich vooral in latere levensjaren heeft bezig gehouden. Gedurende zijn verblijf te Brussel besloot hij de geschiedenis van zijn vaderland te beschrijven; sedert begon hij de stof daarvoor te verzamelen; zijn verblijf in Friesland van 1567 tot 1570 staat daarmede waarschijnlijk ook wel in verband. In Leuven en Keulen is hij met zijn arbeid voortgegaan. In de voorrede van zijn boek, dat aan de Staten van Friesland is opgedragen, zet hij het plan uiteen. In de twaalf eerste boeken wilde hij de gesteldheid van Friesland beschrijven, ligging, bodem enz., dan de bewoners in karakter, zeden en gewoonten. Dan zouden zestien boeken volgen over godsdienst, bestuur, publiek en privaat recht. Daarna zouden komen de eigenlijke Annales Frisiae, die in 24 boeken de geschiedenis van Friesland zouden beschrijven van de vroegste tijden tot het einde der zestiende eeuw. Het slot zou worden gevormd door de beschrijving van de daden en verdiensten van bijzondere personen in negen boeken.
Van dat groote plan is niet veel terecht gekomen. Suffridus gaf voorloopig alleen het zeventiende boek, maar verdeelde dat weer in drie boeken. Zoo ontstond De Frisiorum antiquitate et origine libri tres (Keulen, 1590, 8o.; 2e dr. Franeker 1698, 12o.). Het boek behandelt de oudste geschiedenis van Friesland. Het werd in Friesland zeer bewonderd en geprezen; bij besluit van 28 October 1590 benoemden de Staten van Friesland Suffridus tot 's lands historieschrijver op een jaarwedde van 300 Car. guldens en nog evenveel ineens. Hij ging op den ingeslagen weg voort en gaf spoedig nog een ander gedeelte van zijn groot werk uit: De scriptoribus Frisiae decades XVI et semis (Keulen 1593, 8o.; 2e dr. Franeker 1699, 12o.). In dat boek beschrijft hij de levens van 165 schrijvers en geeft de titels van hun werken op; wat het laatste gedeelte betreft, is het zeer belangrijk. Reeds spoedig daarna had Suffridus zich te verdedigen tegen een heftigen aanval van Ubbo Emmius, die in 1596 zijn eerste decade der friesche geschiedenis uitgaf en daarin alle mededeelingen van Suffridus over het oude Friesland voor fabelachtigen onzin verklaarde. Zijn wetenschappelijk karakter werd daardoor dermate aangetast, dat hij zich met kracht heeft moeten verdedigen. Zijn verdediging werd eerst na zijn dood uitgegeven als Suffridi Petri Apologia pro antiquitate et origine Frisiorum, cum B.G. Furmerii peroratione contra Ubbonem Emmium (Franeker 1599, 12o.). Toen Emmius zich verweerde, schreef Furmerius zijn Hyperaspistes apologiae Suffridi Petri de origine et antiquitatibus Frisiorum ad Ubbonem Emmium (Leeuwarden 1604, 8o.). Intusschen was de strijd voor Suffridus en zijn aanhangers reeds verloren. Ook het voortgezette onderzoek heeft Emmius gelijk gegeven. Niettemin moet worden erkend, dat Suffridus een man was van groote geleerdheid en ook niet zonder critiek en methode; alleen aanvaardde hij lichtgeloovig wat hij als friesche traditie bij oudere auteurs vond.

Zie: Goethals, Lectures II, 162 vlg.; Konst en Letterbode 1842, II, 290 vlg.; Vrije Fries I, 76, 78; II, 413 vlg.; Alg. Lett. Maandschr. 1847 II, 309 vlg.; de Wind, Bibl. der Ned. gesch. 8, 225 vlg., 247, 300; Bolhuis van Zeeburgh, Kritiek der Friesche geschiedschrijving, 178 vlg. Brugmans.

Keresési riasztás beállítása
Állítson be keresési riasztást, hogy értesítést kapjon, ha új találatok válnak elérhetővé.

Ez a tárgy a következőben szerepelt:

                                        
                                                                                                    
                    
                                        
                                                                                                    
                    
                                        
                                                                                                    
                    

Hogyan vásárolhatok a Catawiki-n?

Tudjon meg többet a Vevővédelmünkről

      1. Fedezzen fel valami különlegeset

      Böngésszen a szakértők által kiválasztott több ezer különleges tárgy között. Tekintse meg az egyes különleges tárgyak fényképeit, részleteit és becsült értékét. 

      2. Tegye meg a legmagasabb licitet

      Találjon valamit, ami igazán tetszik, és tegye meg a legmagasabb licitet. Követheti az árverést egészen a végéig, vagy hagyhatja, hogy a rendszerünk végezze el Ön helyett a licitálást. Mindössze annyit kell tennie, hogy beállítja a licitet a maximálisan kifizetni kívánt összegre. 

      3. Fizessen a biztonságos és védett rendszert használva

      Fizessen a különleges tárgyért, és mi védett rendszerben megőrizzük az összeget, amíg a tárgy biztonságosan meg nem érkezik Önhöz. Megbízható fizetési rendszert használunk az összes tranzakció kezelésére. 

Eladna valami hasonlót?

Akár új az online árverések világában, akár professzionálisan értékesít, mi segíthetünk abban, hogy jobb áron adja el különleges tárgyait.

Tárgy eladása