Willem Sybrand Unger : Bronnen tot de geschiedenis van Middelburg in den landsheerlijken tijd. 's Gravenhage, Martinus Nijhoff, 1923-'31. 3 delen in 4o: (XXVII)723, (XVI)731(1), (XVII)916 p. Originele groen linnen banden met rugtitels. Hoekjes licht gebogen. Binding en papier goed. Hier en daar in de marge een aantekening. Achter in deel 1 enkele brieven / documenten m.b.t. dit werk toegevoegd in plastic mapje. Redelijk fraaie set. ** Inhoud: Deel 1. Bronnen: I. Bestuur, recht en rechtspraak [Privilegiën; Keuren, voorboden en Ordonnantiën; Vonnissen en uitspraken; Dingtalen; Kostuums; Eedsformulieren; Varia]; II. Algemene geschiedenis; III. Kerkelijke zaken en armenzorg; IV. Verhouding van de stad tot haar omgeving. Bevat ook: Chronologische lijst der verloren voorboden, keuren en ordonnantiën 1366-1560": p. [685]-686; Chronologische lijst der voorboden, keuren, ordonnantiën en besluitenvan wet en Raad 1325-1574": p. [371]-684. Deel 2: Bronnen: De stedelijke geldmiddelen [Stukken, de geldmiddelen in het algemeen betreffende; Stukken betreffende de accijnzen; Rekeningen]; Deel 3. Bronnen: Handel, nijverheid en vergulden. Bevat ook: de Walchersche ankeragelijsten 1431-1571. Ieder deel met een index van persoons- en plaatsnamen & Index van zaken. Willem Sybrand Unger, Historicus. Rijksarchivaris te Middelburg. Studeerde geschiedenis en staatswetenschappen te Leiden en Gent. Promoveerde in 1916 te Leiden op 'De levensmiddelenvoorziening der Hollandse steden in de middeleeuwen'. Vestigde zich in de eerste wereldoorlog te Middelburg. Leraar staatshuishoudkunde van 1915-1932. Gemeente-archivaris van Middelburg van 1918-1944, rijksarchivaris van 1944-1954. Inspecteur van de gemeente en waterschapsarchieven van 1944-1963. Unger, die tweemaal voor een hoogleraarschap in de economische geschiedenis werd gevraagd, prefereerde het archivarisschap. Toch bleef hij zijn leven lang publiceren op het gebied van de economische geschiedenis. Hiernaast besteedde hij aandacht aan de rechtsgeschiedenis door de uitgaven van rechtsbronnen van Zeeuwse steden. De Zeeuwse monumenten trokken hem aan; ook op dit gebied publiceerde hij veel, vooral over Middelburg. Naam maakte Unger door zijn in de reeks Rijks Geschiedkundige Publicatiën uitgegeven delen 'Bronnen tot de geschiedenis van Middelburg in den landsheerlijken tijd' I (1923), II (1926) en III (1931). Deze publicatie vergoedt voor een deel het verlies van het stadsarchief van Middelburg in 1940. Zeer belangrijk en veel geraadpleegd zijn Ungers bijdragen in het Economisch-Historisch Jaarboek. In het deel van 1961 staat een omvangrijke studie over de Slavenhandel der Middelburgsche Commercie Compagnie. Bij al zijn historische arbeid, vooral op economisch-historisch terrein, heeft Unger het sociaal-economisch aspect van het historisch proces primair gesteld. Hij volgde hierin het voetspoor van Pirenne, bij wie hij college had gelopen. Als redacteur van het Nederlands Archievenblad heeft hij steeds geijverd voor het in de archivistiek zo belangrijke herkomst beginsel. Archivarissen, die dit belangrijke principe overtraden, konden op vernietigende kritiek rekenen. Hij schreef een beknopte geschiedenis van Middelburg, verschenen in het Archief van het Zeeuwsch Genootschap (1954). Hierin spreekt duidelijk zijn veelzijdige kennis.