Werk gemaakt in 1896 . Mooie staat. Lijst wordt er gratis bijgeleverd Gradus ten Pas (1833-1899) arriveerde in 1896 in Apeldoorn. Hij was twee keer weduwnaar en had een drankprobleem. Het contact met zijn zoons Johannes, die al rond 1890 in Apeldoorn was gaan wonen, en Evert, die in 1895 ook naar Apeldoorn verhuisd was, was niet erg hecht. Gradus woonde op verschillende adressen en belandde tenslotte, berooid, in arbeiderskolonie Het Hoogeland in Beekbergen. Daar overleed hij in 1899. Gradus was van oorsprong textielverver, maar het leek erop dat hij in Apeldoorn geen betaald werk meer heeft gehad. Geschilderd had hij des te meer. Trotse Apeldoornse middenstanders en industriëlen betaalden hem om hun bedrijven en huizen te vereeuwigen. En dus schilderde Gradus: de winkel van Westhoff, de wasserij van Uit den Bogaard, de fabriek van Van Gelder Zn. en ga zo maar door... De onderwerpen van zijn schilderijen wisselden van idyllische landschappen met al lang verdwenen boerderijen met beelden waarbij de vroege industrialisatie te zien was. Gradus leek met een zekere gretigheid vooruit te kijken naar wat wij nu zien als de verworvenheden van de twintigste eeuw. De schilder Ten Pas was tegelijkertijd amateur- en broodschilder. Hij schilderde met liefde, maar zonder overdreven veel schilderkunstig talent. Hij schilderde bovendien in opdracht en verdienden zo het beleg op zijn dagelijkse boterham en een natje en een droogje op zijn tijd. Gradus, van oorsprong een textielverver uit Lochem, woonde maar drie jaar in Apeldoorn. In die jaren heeft hij echter een indrukwekkende hoeveelheid schilderijen geproduceerd. Desondanks raakte Gradus aan lager wal en sleet hij de laatste maanden van zijn leven in de arbeiderskolonie het Hoogeland in Beekbergen