Deze halsketting, afkomstig uit Nepal of het noorden van India, dient als sieraad, beschermend amulet en als meditatief hulpmiddel bij het reciteren van mantra's. De meeste kralen zijn vervaardigd van kopal of fenolhars amber, een materiaal dat zeer gewaardeerd wordt. Enkele kralen zijn gemaakt van fossiele schelp, bekend als ‘conch’. Conch heeft binnen het boeddhisme een rituele betekenis, omdat het één van de acht gelukssymbolen (Ashtamangala) is. De sluitkraal is vervaardigd van bot of been. Deze ketting heeft een lengte van 84 cm. De grootste kraal heeft een diameter van 1,6 cm. De ketting is aangeschaft in situ.