Scandinavische literatuur (1832 à 1891). Vanaf 1933 begon bij uitgeverij Het Kompas de Feniksreeks te verschijnen, een reeksuitgaven die werd opgezet door Maurice Roelants, Marnix Gijsen en Julien Kuypers 1 - Björnstjerne Björnson (Noorwegen, 1832-1910) Vlaggen in stad en haven. 420 bladzijden. 2 - Johan Bojer (Noorwegen, 1872-1959) De laatste Viking. 344 bladzijden. 3 - Sigurd Christiansen (Noorwegen, 1891-1947) In de storm. 340 bladzijden. Twee levenden en een doode.236 bladzijen. 4 - Olav Duun (Noorwegen, 1876-1939) Het geslacht Juvika. 216 bladzijen. 5 - Gunnar Gunnarsson (IJsland, 1888-1975) Zwarte vogels. 280 bladzijden. 6 - Knut Hamsun (Noorwegen, 1859-1952) Hoe het groeide. Uitgave 1933. 452 bladzijden. Zwervers I. 290 bladzijden Zwervers II. 312 bladzijden. 7 - Ragna Holmström (Zweden, 1894-1966) Eenzame menschen. 184 bladzijden. 8 - J.P. Jaconson (Denemarken, 1847-1885) Marie Grubbe. 304 bladzijden. Niels Lyhne. 272 bladzijden. 9 - Selma Lagerlöf (Zweden, 1858-1940) De schat van heer Arne. 164 bladzijden. Gôsta Berling. 510 bladzijden. 10 - Johannes Linnankoski (Finland, 1869-1913) De vluchtelingen. 196 bladzijden. De vuurroode bloem. 312 bladzijden. 11 – Axel Munthe (Zweden, 1857-1949) Een oud boek van menschen en dieren. 212 bladzijden.