Kruithoorn gemaakt van waterbuffelhoorn en hout, gesneden met verschillende motieven. De stop is van de typische Singa (De Singa is een mythisch wezen dat macht, bescherming en prestige symboliseert) met hier bovenop een twee menselijke figuren en een voorouderfiguur in de vorm van een vogel in Batak stijl. Ook aan de onderzijde zien we een menselijk figuur. Deze was bedoeld ter bescherming. Deze figuur is zeer gestileerd gesneden, een bijzondere vormgeving voor dit type object. De hoorn heeft een bijzondere, golvende vorm. Aan de bovenzijde is er een gevlochten stuk textiel aangebracht. Het buskruit werd in grote kalebassen in het Batakhuis opgeslagen; het opperhoofd droeg zijn eigen persoonlijke voorraad in containers als deze, die hij aan een ketting om zijn nek droeg. De Batak waren bedreven in het gebruik van een breed assortiment wapens, waaronder vuurwapens. Toen de eerste Europeanen in de achttiende eeuw schreven over degenen die ze in Noord-Sumatra tegenkwamen, merkten ze op dat de Batak al bedreven waren in de schietkunst. Batakmannen verkregen via de handel vuursteengeweren die de loop konden laden en plaatselijk vervaardigden ze buskruit uit zwavel, dat werd gesmolten en gemengd met houtskool in poedervorm, salpeter en kalkextract. Aan dit brouwsel werden versnipperde bladeren toegevoegd die tijdens een onweersbui waren verzameld en kruiden die tijdens een aardbeving waren geoogst. Deze krachtige materialen zouden de werkzaamheid van het buskruit vergroten door het de vernietigende kracht van deze sterke elementaire krachten te geven.