Zestal verhalen voor het ontluikend geslacht - Amsterdam, Hendrik, Frijlink, 1836 - (VIII) (1) 148 pp - halflinnen Redelijk. Binnenwerk verkleurd, hier en daar een plek, grote bruine plek onderaan blad 87/88 en midden zijmarge 127/128. Hapje uit zijmarge blad 113/114 en 115/116 Scheurtje oonderaan binnenmarge titelblad, ca0,5cm; scheurtje in marge, ca 1 à 2cm, in marge van een 10-tal bladen (overlopend in tekst bij enkele) en van 2 platen, tot paar mm in beeld. Katern 53 t/m 66 onderaan los, scheur onderaan blad in tekst, ca 4cm en midden zijmarge 126/127, van pagina 53/54. Restauratie met papier onderaan binnenmarge pagina 60 en midden zijmarge 126/127 hier ook een scheur van 44cm. Bevat 6 handgekleurde platen Petronella Moens (1762 – 1843) Blind geworden op haar vijfde, schreef ze tientallen gedichten en boeken. In 1792 ontmoet ze dominee, dichter en politicus Bosch, die als felle anti-orangist in het Amsterdamse niet langer welkom is, en in Bergen op Zoom isbeland en daar een Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen van de grond heeft getild. Bosch, een stuk ouder dan Petronella, schrijft al jaren politiek commentaren. Petronella en haar zus Baukje raken in de ban van de radicale Bosch en trekken - tot ontsteltenis van hun vader - bij hem in. Bernardus Bosch is weduwnaar, hertrouwd en vader van twee kinderen. In 1798 ontpopte de blinde Petronella Moens zich tot de eerste vrouwelijke opinieleider van Nederland. Later krijgt het vuur van de Franse Revolutie krijgt vat op Petronella; ze richt een eigen blad op, waarin ze de revolutionaire gebeurtenissen van haar tijd van onverbloemd patriots commentaar voorzag en ze publiceert in alle mogelijke genres pleidooien voor democratie, gelijkheid, de scheiding van Kerk en Staat en onderricht aan meisjes. Wordt aangetekend verzonden