Robert Frans Marie (Bob) De Moor (Antwerpen, 20 december 1925 – Brussel, 26 augustus 1992) was een Vlaams striptekenaar die een groot deel van zijn leven in de coulissen van de strip doorbracht als assistent en later rechterhand van Hergé. In 1945 publiceerde De Moor zijn eerste werk en al snel kwam hij in beeld bij de geestelijk vader van Kuifje, Hergé, die hem in 1950 engageerde om hem te komen assisteren bij het teken van Kuifje en andere projecten van Studio Hergé. Gelukkig mocht De Moor wel eigen werk blijven maken, een feit waar we onder andere de serie Nonkel Zigomar, Snoe en Snolleke aan hebben te danken. Wie de tekeningen van deze serie bekijkt, snapt meteen wat Hergé in het talent van De Moor zag. Nonkel Zigomar, Snoe en Snolleke verscheen tussen 1951 en 1956 in de kranten 't Vrije Volksblad en Nieuws van de Dag, dus terwijl De Moor zich al over Kuifje boog, iets dat in de tekeningen duidelijk is terug te zien. Van dinsdag 4 november tot en met woensdag 25 februari 1953 verscheen het vijfde verhaal 'De blauwe vinger' in de krant. De originele tekeningen bleven decennia lang onder de radar en waren nooit beschikbaar voor heruitgaven van dit prachtige verhaal. In deze speciale veiling wordt het complete verhaal per pagina aangeboden en kunnen de vele liefhebbers van het werk van Bob de Moor voor het eerst kennismaken met deze originele, zeer getailleerde tekeningen. De dagmaat van de pagina's is 30 x 40 cm. en ze zijn getekend in 2, 3 of delen. Zie daarvoor de scans bij het kavel. De platen worden stevig verpakt en aangetekend verzonden.