Cornelis de Heem (1631-1695), Kring van - Stillleben mit hummer

Umkreis Cornelis de Heem (gedoopt op 8 april 1631 in Leiden; begraven op 17 mei 1695 in Antwerpen) was een Vlaamse stilleven-schilder uit de barok.

Pieter de Ring 1615-1660 zou misschien ook in aanmerking komen.

Stilleven met Hummer, fruit en alledaagse voorwerpen

olieverf op houten paneel

Staat zoals op de foto's te zien is.

Veel geluk


Voor de kunstenaar
Hij kwam uit een kunstenaarsfamilie en was de oudste zoon van Jan Davidszoon de Heem (1606–1684), die vanaf 1635 in Antwerpen woonde nadat hij eerder in Leiden had gewoond, en diens eerste vrouw Aletta van Weede; zijn moeder overleed in 1643, toen Cornelis nog maar 12 jaar oud was.[3] Zijn grootvader, David I. de Heem, bekend als „David van Antwerpen“, was volgens eerdere veronderstellingen geen schilder, maar muzikant (Bok 1990).[3]
Cornelis de Heem kreeg zijn opleiding in de bloeiende Antwerpse werkplaats van zijn vader, een van de belangrijkste stilleven schilders van zijn tijd. In 1655 en 1657 verbleef hij tijdelijk in Brussel en verkocht daar in opdracht van zijn vader schilderijen van andere kunstenaars. In 1660–1661 werd hij als meesterzoon opgenomen in de Antwerpse Sint-Lucasgilde.
In 1662 trouwde hij met Catharina Pauwen († 1676), met wie hij twee kinderen kreeg, die allebei in Antwerpen werden gedoopt: David Cornelisz. de Heem (gedoopt op 27 februari 1663), die ook schilder werd, en Anna Catharina (gedoopt op 15 november 1665).
Van juni tot december 1667 woonde Cornelis de Heem met zijn familie bij zijn vader in Utrecht, maar het is vooralsnog niet bekend waar hij in de daaropvolgende negen jaar was.[2]
In mei 1676 is hij in IJsselstein (bij Utrecht) aangetroffen en was hij nu verloofd of getrouwd met Maria van Beusecom († 1714), de weduwe van Jan van Oostrum,[1] of niet zeker.[4] In hetzelfde jaar verhuisde hij naar Den Haag, waar hij tot 1684 lid was van de Lukasgilde en samenwerkte met zijn zoon David III Cornelisz.[2]
Vanaf ongeveer 1691/92 tot aan zijn dood is Cornelis de Heem weer in Antwerpen aangetroffen, waar hij op 17 mei 1695 werd begraven.[2][4]

Het werk van Cornelis de Heem bestaat vooral uit kleinere stillevens van maaltijden, vaak met een wijnglas, evenals fruit- en bloemmotieven, meestal in de vorm van festons of guirlandes. Bloemenvazen schilderde hij slechts enkele. Hij signeerde relatief veel schilderijen met 'C.DE.HEEM. f' (ecit) in blokletters, maar datums bracht hij bijna uitsluitend aan tussen 1654 en 1664/1665, met slechts twee bekende latere uitzonderingen uit 1671 en 1690.
Cornelis de Heem was een getalenteerde en goede schilder, zij het misschien niet altijd op het hoge niveau van zijn vader. Zijn schilderijen vertonen gelijkenis met het werk van zijn vader, en in het verleden werden bij sommige van zijn schilderijen de handtekeningen vervalst om ze als werken van Jan Davidsz. de Heem duurder te verkopen. Tot nog grotere verwarring draagt bij dat ook Cornelis’ zoon, David Cornelisz. de Heem, in een soort 'familiestijl' werkte. Daarnaast is er sinds het einde van de 20e eeuw een opmerkelijkere interesse in Cornelis en een eerlijkere beoordeling van zijn werk.
Volgens de unanieme mening van vakexperts is het werk van vader Jan Davidsz. en zoon Cornelis duidelijk van elkaar te onderscheiden, onder andere gaf Cornelis de voorkeur aan driehoekscomposities met een verticale oriëntatie.
Volgens Meijer is er een stilistische ontwikkeling waarneembaar: in zijn vroege werken waren zijn stilleven-composities relatief licht verlicht, de penseelvoering was schilderachtiger en iets zachter, terwijl hij later een donkerder sfeer koos en het kleurenpalet harder leek.